Slachtoffer ervaring vanuit een leidinggevende / de verantwoordelijke

Gepubliceerd op 29 oktober 2025 om 13:22

Voor we erin duiken: hieronder noem ik “leidinggevende”, omdat dit een heel herkenbaar voorbeeld is op de werkvloer, maar dit patroon is breder. Het kan net zo goed gaan over een ouder die wordt weggezet als “de slechte”, terwijl het kind grensloos is. Of een partner die de ander als dader framen, terwijl hij zelf over de grens gaat. Of zelfs een collega die doet alsof jij onveilig bent, terwijl jij degene bent die probeert grenzen te bewaken. De rollen kun je dus een-op-een omdraaien: waar ik “leidinggevende” zeg, kun je ook lezen “ouder”, “vriend”, “partner”, of “degene die eigenlijk probeert het veilig te houden”. De leidinggevende is hier degene die een toxisch iemand aanspreekt op ongewenst gedrag.

 

Giftige schaamte

Giftige schaamte is: “ik bén slecht,” in plaats van “ik deed iets onhandigs.” Het vreet je eigenwaarde leeg. 

 

Op het werk voorbeeld (leidinggevende is slachtoffer):

Je hebt een medewerker die structureel te laat komt, veel afwezig is, afspraken niet nakomt, onduidelijke verhalen geeft (“ik was er wel, jij hebt me gewoon niet gezien”), en soms zelfs grenzen overgaat richting collega’s. Jij als leidinggevende probeert het bespreekbaar te maken in een voortgangsgesprek. Je zegt het rustig: “We hebben herhaaldelijk te laat komen en gemiste opdrachten. Ik moet dat wel benoemen.”

 

Wat doet deze medewerker?

Hij draait het meteen naar een aanklacht tegen jou:

  • “Dit is intimidatie.”
  • “Jij valt mij altijd persoonlijk aan.”
  • “Ik voel me onveilig door jóú, je zit steeds achter me aan.”
  • “Je hebt echt een probleem met mij, ik voel dat al maanden.”

En dan gaat hij naar HR of naar andere collega’s met datzelfde verzonnen verhaal.

Maar let op: hij laat daarbij dingen weg zoals dat hij te laat was, niet bereikbaar was, dingen fysiek deed die niet oké waren. Hij vertelt alleen: “Ik word steeds onder druk gezet en gecontroleerd. Ik kan niet meer slapen van dit gedrag. Zij/ hij misbruikt macht.”

Gevolg?

Jij, de leidinggevende die grenzen probeert te stellen en de groep veilig probeert te houden, wordt nu neergezet als dader. En jij voelt schaamte. Niet alleen over de situatie, maar over jezelf. Je begint te denken: “Ben ík onveilig? Ben ik te hard? Ben ik inderdaad iemand die mensen kapotmaakt?” Dat is giftige schaamte. Jij gaat twijfelen aan je eigen intentie en morele kompas doordat een ander jou publiek neerzet als agressor.

En nog iets: je voelt je vies bekeken. Je voelt hoe mensen je anders aankijken in de gang. Alsof jij “degene bent waar iets mee is.” Dat doet iets met je waardigheid. Je voelt je behandeld als oud vuil, terwijl jij degene bent die de rotzooi juist probeert op te ruimen.

 

Losgekoppeld hoofd (dissociatie)

Dissociatie is wat je systeem doet als je onder druk staat en niet zomaar weg kunt: je blijft zitten, maar iets in jou klikt los. Je doet dit uit zelfbescherming.

 

Op het werk voorbeeld (leidinggevende is slachtoffer):

Je zit weer met diezelfde medewerker tegenover je. Je moet het hebben over grensoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld dat hij een collega ongevraagd heeft aangeraakt of fysiek te dichtbij kwam. Je wilt het veilig houden in het team. Je benoemt het feitelijk: “Dit kan niet. Collega’s moeten hier veilig zijn.” En dan komt de tegenaanval.

  • Hij schiet direct in slachtofferrol, hard en overtuigend:
  • “Jij beschuldigt mij van dingen die niet waar zijn.”
  • “Je probeert me in een hoek te drukken, zodat je me eruit kunt werken.”
  • “Ik voel me echt aangevallen en geïntimideerd, ik ben hier niet veilig met jóú.”
  • “Dit is pesten. Dit is intimidatie vanuit management.”

Hij draait het dus zo dat hij nu zogenaamd jouw slachtoffer is en hij zegt het luid. Emotioneel & Trillend. Alsof hij bang is van jou.

 

Wat gebeurt er dan bij jou als leidinggevende?

Je lichaam schiet in acute stress. Je hart gaat snel, je maag trekt dicht, je voelt hitte of juist ijzigheid. En ineens kom je bijna niet meer uit je woorden. Je hoort jezelf nog wel “ik… nee, ik wil alleen… ehm… veiligheid…”, maar je bent al half kwijt. Je voelt dat je aan het verlammen bent. Dat is dissociatie.

Van buiten lijkt het dan alsof jij “niets zegt” en “afstandelijk blijft”. Daardoor lijkt het voor buitenstaanders nóg meer alsof jij degene bent met koude macht, en hij de machteloze. Terwijl de waarheid is: je bent op dat moment zó overspoeld door onrecht en omdraaiing dat je zenuwstelsel aan het bevriezen is om je überhaupt staande te houden. Na zo’n gesprek loop je weg met een gevoel van vuil en ongeloof. Je denkt: hoe ben ík nu ineens degene die zich moet verdedigen, terwijl ik hier bezig ben met veiligheid voor een heel team? Je voelt je letterlijk gebruikt en weggezet alsof je een gevaarlijk object bent, alsof jij degene bent die “in toom gehouden moet worden.” Afval, niet mens.

 

Verzwakt ego (je ‘ik’ wordt dun en poreus)

Hier bedoel ik met ego niet “groot ego,” maar: je innerlijke ruggengraat, je recht om te zeggen “dit klopt en dit klopt niet.” Een verzwakt ego betekent dat je dat recht en je stem kwijt begint te raken.

 

Op het werk voorbeeld (leidinggevende is slachtoffer):

In het begin sta je stevig. Je denkt: dit is mijn taak, ik bewaak grenzen, ik bewaak sfeer, ik bewaak veiligheid. Maar na herhaalde omdraai-sessies merk je dat je jezelf niet meer terugziet. De medewerker blijft maar verhalen rondstrooien:

  • “Ik voel me mentaal kapotgemaakt hier.”
  • “Er is sprake van machtsmisbruik.”
  • “Ik word constant gecontroleerd en zwartgemaakt.”
  • “Dit is een toxische leidinggevende.”

En hij vertelt dat eerst aan collega’s een-op-een (“ik durf dit eigenlijk niet te zeggen, maar…”) Zodat hij bondjes krijgt. Daarna, als hij genoeg steun voelt, zegt hij het half openlijk. Soms zelfs bij HR. Hij laat details weg die hemzelf in een slecht daglicht zouden zetten (afspraken niet nagekomen, uitval, grensoverschrijdend fysiek gedrag), en hij benadrukt vooral zijn “angst voor jou”.

 

Wat dat met jóú doet, als leidinggevende:

  • Je begint aan jezelf te twijfelen.

“Ben ik echt te hard? Zie ik dingen die er niet zijn? Leg ik te veel druk?”

  • Je gaat je woorden extreem filteren.

Je durft niet meer duidelijk te zijn, want alles wat je zegt kan later gebruikt worden alsof jij ‘intimideert’.

  • Je gaat te veel goedpraten.

Je denkt: “Misschien moet ik hem dan maar minder aanspreken, misschien moet ik het team zelf maar laten oplossen.”

 

En daar verlies je jezelf, je begint voorzichtig sorry te zeggen voor dingen die geen fout waren.

  • “Sorry als ik te direct klonk.”
  • “Sorry als dit onveilig voelde voor je.”
  • “Sorry als ik je triggerde.”

Let op wat daar gebeurt: jouw professionele grens (“dit gedrag is niet oké en moet stoppen”) verandert langzaam in jouw verontschuldiging (“sorry dat ik je het gevoel gaf dat het niet oké is”).

Daarmee zakt jouw ego-ruggengraat in. Je verliest je stem, de beleving dat je mág begrenzen. Je voelt bijna schuld als je leiding geeft.

 

Misbruik

En dit is het misbruik: jij, de persoon die eigenlijk staat voor veiligheid van het geheel, wordt via framing langzaam gedwongen om je eigen grenzen los te laten. Jij voelt je ineens degene die “moeite veroorzaakt”, “onrust maakt”, “overreageert”. Je voelt je alsof je de sfeer kapotmaakt door er zelfs maar íéts van te zeggen. En dat is precies de bedoeling van dit spel. Want zolang jij je klein houdt, kan hij blijven doen wat hij doet, en iedereen denkt dat jij het probleem bent.

Ondertussen voel jij je niet meer als mens gezien in je rol. Je voelt je niet gesteund, maar geconsumeerd. Je voelt je niet als professional benaderd, maar als vuilniszak waar het team zijn spanning in mag gooien. Je waardigheid zakt. Je identiteit op werk rafelt uit. Je gaat naar huis leeg, schuldvol, nerveus, en toch ook beschaamd, terwijl jíj degene bent die onveilig behandeld wordt.

 

Waarom dit extreem gevaarlijk is

In dit soort situaties wordt de echte dader (de grensoverschrijdende, onveilige medewerker) slim “het slachtoffer”, en de echte zorgdrager (de leidinggevende die aanspreekt en beschermt) neergezet als agressor.

Dat heeft vier effecten:

  • De leidinggevende gaat lopen met giftige schaamte: “Misschien bén ik echt slecht.”
  • De leidinggevende dissocieert in gesprekken omdat de "omdraai" zo intens onrechtvaardig is dat het lijf blokkeert.
  • Het ego van de leidinggevende verzwakt: “Misschien mag ik anderen niet meer aanspreken, misschien bén ik gevaarlijk.”
  • De omgeving begint mee te fluisteren, want de omgeving krijgt maar één verhaal: “Hij of zij is tóxisch.” Zo raak je ook sociaal geïsoleerd. Dat voelt letterlijk als buitengezet worden. Afgedankt. Afgeschoven.

 

Dit kan in liefdesrelaties gebeuren, maar het kan ook gewoon op de werkvloer gebeuren.

En ook daar kan iemand dus langzaam kapotgemaakt worden en behandeld worden alsof die persoon zelf het vuil is, terwijl dat niet de waarheid is. En dit is misschien wel het pijnlijkst en het meest hoopvol tegelijk: de grens tussen wie de waarheid spreekt en wie het verhaal verdraait is vaak heel dun en heel kwetsbaar. Die waarheid kan alleen zichtbaar worden als er eerlijk gekeken wordt, als meerdere stemmen gehoord worden, en als het echte slachtoffer niet alleen wordt neergezet, niet wordt laten vallen, niet in stilte wordt geofferd om de rust te bewaren. 

Alleen als we naast iemand blijven staan, durft de waarheid adem te halen. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.