Soorten Narcisme/toxisch gedrag

Gepubliceerd op 16 oktober 2025 om 11:08

Veel artikelen gaan over de openlijke (grandioze) narcist: zichtbaar, charmant, indrukwekkend, en later vaak controlerend en manipulerend. Dat beeld klopt, maar het is niet het hele verhaal. In deze blog vind je daarom naast de link naar de oorspronkelijke 21 kenmerken óók twee aanvullende, complete lijsten, omdat deze vaak minder zichtbaar zijn, maar niet minder schadelijk.

 

  • Verborgen/covert narcist: subtiel, passief-agressief, vaak in een slachtofferrol.
  • ‘Spirituele’ narcist: gebruikt spiritualiteit, moraal of ‘bewustzijn’ als imago en als wapen.

 

Let op: dit zijn gedragskenmerken en geen diagnoses. Herkenning kan helpen om grenzen te zetten en steun te zoeken.

Overt/grandioze narcist ~ 21 kenmerken (originele lijst)

Lees de volledige lijst met toelichting bij Psychologie Magazine:

21 kenmerken van een narcist, in samenwerking met prof. dr. Roos Vonk. (Artikelupdate: 9 juli 2025; publicatie: 7 april 2016). (Psychologie Magazine)

 

2) Verborgen/covert narcist ~ 21 kenmerken

Wat in de originele lijst te weinig aan bod komt, op veel socials en informatie pagina's ook; de slachtofferrol als strategie, passief-agressieve woede (kilte, zuchten, doodzwijgen), covert gaslighting (“je overdrijft”), stille superioriteit (morele verhevenheid), schijn-kwetsbaarheid (kwetsbaarheid tonen om zorg/controle te krijgen) en onzichtbare isolatie (ontmoedigen, subtiele schuldinductie). Achtergrond over covert patronen vind je o.a. hier. (Slachtofferwijzer)

 

Hier de 21 covert-kenmerken-lijst met korte toelichtingen per punt.

 

  • Bescheiden masker – oogt zacht/introvert, maar jaagt alsnog bewondering en bevestiging na. De bescheidenheid is vorm, niet inhoud.
  • Stille superioriteit – presenteert morele/gevoelsmatige verhevenheid als nederigheid (“ik voel het nu eenmaal dieper”). Zo blijft kritiek “onbegrip”.
  • Chronische slachtofferrol – lange klaagmonologen zonder eigen aandeel te onderzoeken. Medelijden wordt ruilmiddel voor aandacht en controle.
  • Passief-agressieve woede – kilte, snauwloze stiltes, zuchten in plaats van explosies. De ander gaat lopen op eieren.
  • Covert gaslighting – minimaliseren (“je overdrijft”), “grapje”, of jouw gevoeligheid problematiseren. Twijfel aan jezelf is het effect.
  • Schijn-kwetsbaarheid – persoonlijke verhalen strategisch inzetten om zorg te oogsten. Intimiteit voelt echt, maar is een middel.
  • Intermitterende warmte – afwisselend warm/koud zodat je blijft hopen op herstel. Onzekerheid bindt.
  • Grenzen bestraffen met afstand – jouw “nee” wordt beantwoord met kilte of terugtrekking. Je leert dat “ja” zeggen rust koopt.
  • Onzichtbare isolatie – subtiel ontmoedigen (“ze menen het niet met jou”, “ik voel geen goede energie”). Je netwerk slinkt ongemerkt.
  • Hulpeloosheid als macht – veel “kun jij even…”, en schuldgevoel als je weigert. Zorgzaamheid wordt geëxploiteerd.
  • Moralistisch perfectionisme – erkenning zoeken via “bescheiden” prestaties en detailkritiek op anderen. Het morele gelijk staat centraal.
  • Vergelijkingslus – kleine correcties, cynische grapjes, subtiele rangorde. Je wordt net onder de lijn gehouden.
  • Bedekte jaloezie – vermomd als zorg: “ik maak me zorgen om jouw keuzes”. Ondergraving zonder het hardop te hoeven zeggen.
  • Dubbele boodschap – vriendelijke woorden, kleinerende ondertoon. Je voelt de mismatch, maar kunt hem moeilijk aantonen.
  • Vage beloftes & uitstel – voorwaardelijke taal, onduidelijke tijdlijnen. Aanspreken leidt tot nóg meer vaagheid.
  • Zachte projectie – verwijt jou precies wat zij doen, maar omfloerst. Jij verdedigt je; zij blijven onaangetast.
  • Imago van zorgzaamheid – lijken “heel betrokken”, maar gebruiken die reputatie instrumenteel. Het beeld telt, niet de impact.
  • Relatie als bevestigingsspiegel – constante geruststelling nodig; jouw autonomie voelt als afwijzing. Jij gaat pleasen, zij voelen zich bevestigd.
  • Koude competitie – vergelijkingen met ex/ouders/collega’s die jou net in de min zetten. Competitie zonder open strijd.
  • Schijn-berouw – “sorry” met een “maar jij…”. Tranen kunnen echt lijken, gedrag verandert niet.
  • Laag risico, hoge controle oftewel: kleinere pakkans, minder confrontatie, minder zichtbare consequenties. Stuurt via sfeer, schuld en stilte in plaats van confrontatie. Macht zonder zichtbare agressie.

 

3) De ‘spirituele’ narcist ~ 21 kenmerken

Geen klinische term, wel herkenbaar gedrag: spiritualiteit, moraal of ‘bewustzijn’ worden gebruikt als imago, verdienmodel of alibi om boven anderen te staan en grenzen te omzeilen. Meestal wordt contact via socials aangegaan, op afstand is namelijk nog makkelijker. Ook wordt deze tactiek vaak ingezet om geld te verdienen door scammers. Eerst bang en afhankelijk maken, dan willen helpen tegen betaling. Eenmaal live kan het zelfs uitmonden in een sekte.

 

21 signalen (spiritueel kader)

  • Heilig imago – presenteert zichzelf als “meer bewust/zuiver” dan anderen. Dit creëert een morele hoogtepositie van waaruit kritiek wordt weggewuifd.
  • Verlicht autoriteitsmasker – claimt speciaal inzicht 
  • of gaven (“ik zie wat jij niet ziet”) en verwacht volgzaamheid. Vragen stellen voelt dan al snel als “onrespectvol”.
  • Moral grandstanding – etaleert deugdzaamheid voor status, likes of volgers. Het gaat om het podium, niet om compassie of consequent gedrag.
  • Spirituele gaslighting – jouw gevoelens worden gedegradeerd tot “ego/laag bewustzijn”. Emoties die grenzen aangeven, worden zo onschadelijk gemaakt.
  • Bypassing van pijn – gebruikt spirituele taal om eigen schaduwwerk te vermijden (“licht en liefde”, “alles is perfect”). Echte verantwoordelijkheid blijft uit.
  • Kosmisch slachtofferschap – bij kritiek: “mijn missie wordt tegengewerkt”. Zo wordt feedback geframed als aanval op het hogere doel.
  • Heilige hiërarchie – rangen, initiaties of titels legitimeren een machtspositie. Je staat “lager” en hebt daarom minder recht van spreken.
  • Leerling-binding – creëert een exclusieve kring met impliciete gehoorzaamheidstesten. Toegang en erkenning zijn voorwaardelijk en schaars.
  • Energetische schuld – jouw ‘nee’ heet “onzuiver” of “lekken van energie”. Grenzen worden gemoraliseerd zodat je je schuldig voelt.
  • Selectieve compassie – woorden blijven zacht, maar gedrag wordt hard zodra je niet volgt. Lief zijn zolang je gehoorzaamt.
  • Orakeltaal & vaagheid – oncontroleerbare claims (“ik voel/weet dat…”), die discussie onmogelijk maken. De waarheid ligt bij de “orakelbron”.
  • Mirakel-marketing – gaven/genezingen als branding of drukmiddel. Twijfel je? Dan “geloof je niet genoeg”.
  • Karmisch wegwuiven – jouw pijn is “les/karmisch”, hun gedrag “jouw spiegel”. Zo verschuift verantwoordelijkheid naar jou.
  • Ritueel als controle – ceremonies, initiaties of sessies bouwen afhankelijkheid op. Toegang tot “heil” loopt via de leider.
  • Dogma als wapen – bezwaar = “resistance” of “lage trilling”. Kritiek wordt gereduceerd tot jouw tekort.
  • Grenzen spiritueel framen – jouw grens is “onveilig of ongeheelde pijn”, hun grens heet “intuïtie”. Hetzelfde gedrag krijgt twee maten.
  • Intuïtie-monopolie – alleen hun antenne is “zuiver”. Jouw signalen zijn verstoord of “nog niet wakker”.
  • Schijn-nederigheid – praat “dienend” en bescheiden, maar vist naar bewondering en staat zelf centraal. Het gaat om het beeld, niet om dienstbaarheid.
  • Liefde-licht-smearing – kritiek wordt overspoeld met zoete taal en affirmaties. Er is geen echte verantwoording of reparatie.
  • Ontmenselijking via zingeving – jouw pijn wordt teruggebracht tot theorie of “zielencontract”. Het concrete lijden raakt uit beeld.
  • Geen echte verantwoording – excuses blijven ceremonieel (“ik eer jouw pad”), maar gedrag verandert niet. Verantwoordelijkheid wordt spiritueel verpakt in plaats van gedragen.

Lees meer over spiritueel toxisch gedrag en hoe herstel mogelijk is in deze tekst

 

Is narcisme te genezen?

Kort gezegd: duurzame verandering is moeilijk, maar niet principieel onmogelijk. Narcistische patronen zijn vaak hardnekkig; motivatie voor therapie ontbreekt geregeld, of therapie wordt vroegtijdig beëindigd zodra er tegenspraak komt of het lastig wordt. Als iemand wél gemotiveerd is, kunnen langetermijninterventies (zoals schema- of transference-gerichte therapie) soms helpen om gedrag te verminderen en relaties gezonder te maken. Voor naasten ligt de focus meestal op grenzen, veiligheid, realistisch verwachtingsmanagement en herstel van eigenwaarde.

 

Tot slot

Herken je jezelf in de dynamiek, als partner, collega, familielid, groepslid of hulpverlener, en wil je meer houvast, grenzen en herstel?

Vul het contactformulier op mijn website in, dan kijken we samen wat past voor jouw situatie. 

Ik wil meer info of een kennismakingsgesprek

 

Bronvermeldingen:

Psychologie Magazine – 21 kenmerken van een narcist (in samenwerking met prof. dr. Roos Vonk). Artikelupdate 9 juli 2025; publicatie 7 april 2016. (Psychologie Magazine) Aanvullende achtergrond (covert): SlachtofferWijzer; Gezondheid.be. (Slachtofferwijzer)